Begroting en verantwoording

Paragraaf Financiering

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is een door de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido) voorgeschreven sturings- en verantwoordingsinstrument ter beperking van het renterisico op de korte schuld met een rentetypische looptijd van korter dan een jaar.

Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt de omvang van de jaarbegroting per 1 januari voor het gehele begrotingsjaar aangehouden. Voorts wordt de omvang van de kasgeldlimiet, zijnde 7%, vastgesteld bij ministeriële regeling. Tenslotte wordt het aldus berekende bedrag getoetst aan de werkelijke omvang van de kasgeldlimiet. Indien de werkelijke omvang lager is dan de wettelijk toegestane omvang, is er sprake van ruimte; indien de werkelijke omvang hoger is, dan is er sprake van overschrijding. Op basis van de huidige cijfers voldoet de provincie aan de kasgeldlimietnorm.

Voor het bepalen van de kasgeldlimiet dienen leningen met een oorspronkelijke looptijd van korter dan een jaar in beschouwing te worden genomen.

Toets kasgeldlimiet

Kasgeldlimiet
(bedragen x € 1.000)

1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

Gemiddelde netto-vlottende schuld (+)-gemiddeld overschot vlottende middelen

-165.000

-100.000

-50.000

0

Toegestane kasgeldlimiet

46.218

46.218

46.218

46.218

Ruimte (+)/Overschrijding (-)

211.218

146.218

96.218

46.218