Begroting en verantwoording

Begrotingssaldo 2017 - 2020

Hieronder staat aangegeven hoe het begrotingssaldo zich ontwikkelt ten opzichte van de stand van de voor de zomer door Provinciale Staten vastgestelde Kadernota 2017-2020.
Het begrotingssaldo is het verschil tussen de baten en lasten op de provinciale begroting na verrekening met de inzet van reserves. Dit saldo moet conform de uitgangspunten van het BBV minimaal ‘nul’ zijn.
De Kadernota 2017 had een beleidsrijk karakter. Zo is er extra geld vrijgemaakt voor diverse intensiveringen op het gebied van cultureel erfgoed, gebiedsgerichte projecten en de opstart van de energietransitie. Ook is het opcententarief verlaagd voor een periode van drie jaar.
De Begroting 2017 heeft eveneens een beleidsrijk karakter. Nieuwe ontwikkelingen doen zich met name voor binnen programma middelen (Provinciefonds, opcenten MRB en rentelasten) en programma Bereikbaar en Verbonden (kwaliteit openbaar vervoer).Binnen de overige programma’s doen zich in zeer beperkte mate nieuwe ontwikkelingen voor en zijn geen nieuwe intensiveringen opgenomen. Per saldo is in de periode 2017-2020 sprake van een voordelige ontwikkeling van het begrotingssaldo van € 11,5 mln. Dit bedrag wordt (conform de begrotingssystematiek) van de provincie in de algemene reserve gestort.

Tabel 1: stand begrotingssaldo 2017-2020

(bedragen x € 1 mln)

2017

2018

2019

2020

Totaal

A

Beginstand kadernota 2017-2020

0,0

0,0

0,0

7,4

Mutaties kadernota

i/s

-4,8

-1,6

-1,0

3,4

Toevoeging aan (-) / onttrekking uit (+) algemene reserve

i

4,8

1,6

1,0

-10,8

-3,4

Eindstand kadernota 2017-2020

0,0

0,0

0,0

0,0

B

Ontwikkelingen programma middelen:

1

Algemene uitkering Provinciefonds (Meicirculaire 2016)

s

2,1

2,1

2,1

2,1

2

Opcenten motorrijtuigenbelasting

s

1,0

1,0

1,0

1,0

Opcenten motorrijtuigenbelasting

s

-1,0

-1,0

-1,0

-1,0

3

Rentelasten

I

2,0

2.6

1,4

0,4

4

Afschrijvingen

s

0,7

1,4

0,0

-1,1

Totaal B

4,8

6,1

3,5

1,4

15,8

C

Ontwikkelingen overige programma’s:

5

Doorschuif van budgetten (o.a. Hoofdlijnenakkoord)

i

-1,7

0,0

0,0

0,0

6

Openbaar  vervoer

s

0,0

-1,5

-1,5

-1,5

7

Vrijval budgetten ruimte en wonen

i

0,3

0,3

0,3

0,0

8

Diversen (< € 0,5 mln)

i/s

0,0

0,3

0,3

0,4

Totaal C

-1,4

-0,9

-0,9

-1,1

-4,3

D

Tussenstand meerjarenbegroting 2017-2020 (A+B+C)

3,4

5,2

2,6

0,3

11,5

E

Toevoeging aan de algemene reserve (-)

i

-3,4

-5,2

-2,6

-0,3

-11,5

F

Eindstand meerjarenbegroting 2017-2020

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Door de toevoeging van het voordelige saldo neemt de algemene reserve verder in omvang toe in vergelijking met de stand van medio 2016 (zie Najaarsnota 2016). Van de algemene reserve is € 30 mln bedoeld als buffer voor onvoorziene gebeurtenissen. In onderstaande tabel, ten behoeve van het beeld van de omvang van de algemene reserve, is in de jaarschijf 2019 rekening gehouden met de extra investeringen in een slimmer, schoner en sterker Zuid-Holland.

Tabel 2: stand algemene reserve

 (bedragen x € 1 mln)

2017

2018

2019

2020

Stand medio 2016 (najaarsnota)

77,5

67,5

69,0

67,1

   Af: dekking meerjarenbegroting 2016-2019

-8,6

-1,9

-3,6

-

   Bij: voordelig saldo uit de kadernota 2017-2020

-4,9

-1,6

-0,9

10,8

   Bij: voordelig saldo meerjarenbegroting 2017-2020

3,4

5,1

2,6

0,3

Stand na meerjarenbegroting 2017-2020

67,5

69,0

67,1

78,3

Af: extra investeringen in een slimmer, schoner en sterker Zuid-Holland

-

-

-37,0

-37,0

Stand na extra investeringen

67,5

69,0

30,1

41,3

   Af: buffer onvoorziene gebeurtenissen

-30,0

-30,0

-30,0

-30,0

Restant (vrij beschikbaar)

37,5

39,0

0,1

11,3

Toelichting op nieuwe ontwikkelingen (ten opzichte van de kadernota)

1. Algemene uitkering Provinciefonds (Meicirculaire 2016)

De Meicirculaire 2016 laat voor de provincie Zuid-Holland een structureel voordeel zien van € 2,1 mln voor de jaren 2017 en verder (dit komt bovenop het structurele voordeel van € 2,4 mln uit de Septembercirculaire 2015 wat verwerkt is in de Kadernota 2017). Dit komt hoofdzakelijk door een voordelige ontwikkeling van het accres. De omvang van het Provinciefonds beweegt via het zogeheten accres mee met de ontwikkeling van een deel van de rijksuitgaven (‘trap op, trap af’).

2. Opcenten motorrijtuigenbelasting

De inkomsten uit de opcenten nemen toe door een wijziging van de Wet Uitwerking Autobrief ǁ.
Deze wet houdt in dat de vrijstelling voor hybride auto’s gedeeltelijk komt te vervallen. Dit levert voor de provincie een structureel voordeel op van € 1 mln.
Bij het ramen van de inkomsten uit de opcenten hanteert de provincie altijd een behoedzaamheid van 1 procent (€ 3 mln). Dit bedrag is bij de Najaarsnota 2016 incidenteel vrijgevallen.
Reden hiervoor is dat uit cijfers van de belastingdienst (medio 2016) blijkt dat het autobezit binnen de provincie enigszins is toegenomen, wat leidt tot extra inkomsten voor de provincie uit de opcenten.
Het is echter nog niet bekend of (en zo ja in welke mate) deze ontwikkeling structureel doorzet. Ingeval van bestendiging van de ingezette groei van het aantal personenauto’s zal bij Voorjaarsnota 2017 / Kadernota 2018 de opbrengstraming naar boven worden bijgesteld.
Daarnaast wordt met ingang van 2017 als extra investering in een slimmer, schoner en sterker Zuid-Holland een beperkte verlaging van de opcenten doorgevoerd. Deze verlaging wordt gelijkgesteld aan de verwachte extra inkomsten en bedraagt € 1 mln.

3. Rentelasten

Uit de geactualiseerde liquiditeitsprognose blijkt dat de financieringsbehoefte van de provincie in de tijd gezien naar achteren schuift. Hierdoor verschuift ook een deel van de geraamde rentelasten in de tijd en ontstaat er in de periode 2017-2020 een incidenteel voordeel.

4. Afschrijvingen

Door verschuiving van de investeringen in de tijd wijzigen ook de afschrijvingen. Dit levert over de periode 2017-2020 een voordeel op, wat in latere jaren wordt genivelleerd.

5. Doorschuif van budgetten (Hoofdlijnenakkoord, Voorjaarsnota 2016)

Het betreft een aantal budgetverschuivingen van 2016 naar 2017. De budgetten zijn in de Najaarsnota 2016 vrijgevallen en bij de Begroting 2017 weer beschikbaar gesteld. Het gaat om:

Arbeidsmarkt & economie / stageplekken: in de Voorjaarsnota 2016 is met een amendement (A519) € 250.000 beschikbaar gesteld. De uitgaven vinden niet in 2016 maar in 2017 plaats.
Transparante overheid / kwaliteitsimpuls: het betreft twee intensiveringen uit het Hoofdlijnenakkoord; in aansluiting op het werkelijke bestedingsritme wordt een deel van het budget in 2017 beschikbaar gesteld (in plaats van in 2016).

6. Openbaar vervoer

In de komende periode moeten twee langjarige concessies worden verleend. Dit extra budget geeft de mogelijkheid om, met behoud van lage tarieven, het aanbod van het OV te behouden of te verbeteren.

7. Vrijval budgetten ruimte en wonen

Er valt een bedrag van € 0,9 mln vrij in de periode 2017-2019 door minder ruimtelijk onderzoek.

8. Overige ontwikkelingen (< € 0,5 mln)

Het gaat om ontwikkelingen met een beperkte materiële omvang (< € 0,5 mln).