Begroting en verantwoording

4 Recapitulatie structureel en reëel begrotingsevenwicht

Op basis van onderstaand overzicht wordt aangetoond dat de Begroting 2017 en meerjarenraming 2018-2020, conform de uitgangspunten in het BBV, structureel en reëel in evenwicht zijn. Dit houdt in dat structurele lasten kunnen worden gedekt met structurele baten. Indien dit niet het geval zou zijn, zou de kans groot zijn dat er op termijn een begrotingstekort ontstaat. De huidige ramingen tonen aan dat dit risico op dit moment niet aan de orde is.

Het structureel en reëel begrotingsevenwicht wordt berekend door de totale lasten en baten te verminderen met de incidentele lasten en baten. Het saldo dat over blijft moet op termijn positief zijn (de structurele baten zijn dan groter dan de structurele lasten). In 2017 is dit saldo € 70,6 mln voordelig. Ook in de jaren 2018 tot en met 2020 is op basis van de ramingen sprake van een positief saldo.

Algemeen uitgangspunt is dat structurele lasten en baten die lasten en baten zijn die betrekking hebben op posten of beleid met een looptijd van meer dan drie jaar. De volgende zaken worden altijd aangemerkt als structurele lasten en baten:

  • kapitaallasten (exclusief eenmalige afschrijving van geactiveerde investeringen met maatschappelijk nut);
  • doorbelaste apparaatslasten, inclusief lonen;
  • inkomsten opcenten Motorrijtuigenbelasting;
  • algemene uitkering Provinciefonds.

Voor wat betreft het Hoofdlijnenakkoord 2015-2019 is uitgegaan van hetgeen aan Structureel en Incidenteel is aangegeven bij het financieel kader bij dit akkoord (bijlage 1 van het Hoofdlijnenakkoord).

De volgende zaken worden altijd aangemerkt als incidentele lasten en baten:

  • eenmalige bijdragen aan derden (inclusief bijzondere subsidies);
  • bijzondere projecten en eenmalig beleid met een looptijd van maximaal drie jaar;
  • lasten en baten met betrekking tot meerjarige tijdelijke geldstromen waarvan de eindigheid vastligt vanwege een Provinciale Staten besluit en/of een toekenningsbesluit, ook als de geldstroom (nog) langer is dan drie jaar;
  • eenmalige afschrijving van geactiveerde investeringen met maatschappelijk nut;
  • stortingen in en onttrekkingen uit reserves.

In het verleden werd alleen het criterium van drie jaar gehanteerd. Alle begrotingswijzigingen met een looptijd van meer dan drie jaar werden aangemerkt als structurele lasten en baten. Met ingang van de Voorjaarsnota 2014 zijn de criteria aangescherpt, mede naar aanleiding van de wijzigingen in het BBV van 2013. Bovenstaande criteria worden nu gehanteerd voor alle nieuwe begrotingswijzigingen, waardoor een steeds beter beeld ontstaat van het meerjarig begrotingsevenwicht.

Per programma zijn in deze paragraaf meerjarige overzichten opgenomen met de belangrijkste incidentele lasten en baten. Het hierbij gehanteerde criterium is: alle incidentele lasten en baten groter dan € 1 mln. Dit is exclusief toevoegingen en onttrekkingen aan programmareserves. Deze worden als incidenteel aangemerkt. Structurele bijdragen uit reserves kunnen voorkomen als structurele kapitaallasten worden gedekt uit daartoe gevormde reserves. De provincie heeft geen reserves waaruit structurele kapitaallasten worden gedekt.

 

(bedragen x € 1.000) 

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

waarvan

waarvan

waarvan

waarvan

Programma

totaal

incidenteel

structureel

totaal

incidenteel

structureel

totaal

incidenteel

structureel

totaal

incidenteel

structureel

Lasten

1

Groen, Waterrijk en Schoon

215.751

97.633

118.117

208.369

98.992

109.377

189.671

83.300

106.371

174.705

67.997

106.708

2

Bereikbaar en Verbonden

275.063

33.265

241.798

299.911

35.503

264.408

288.909

5.465

283.444

304.708

8.248

296.460

3

Aantrekkelijk en Concurrerend

85.203

46.003

39.200

60.673

21.610

39.063

52.147

13.127

39.020

38.323

1.341

36.982

4

Bestuur en Samenleving

28.799

2.339

26.460

24.077

1.399

22.678

23.603

1.143

22.460

22.420

0

22.420

5

Middelen

1.361

0

1.361

2.184

0

2.184

1.990

0

1.990

1.992

0

1.992

overhead

84.664

463

84.201

84.381

49

84.331

84.136

-424

84.561

83.390

-301

83.690

Totaal lasten (A)

690.842

179.704

511.138

679.595

157.553

522.042

640.456

102.611

537.845

625.538

77.285

548.253

Baten

1

Groen, Waterrijk en Schoon

65.832

46.952

18.881

73.943

56.616

17.328

66.561

52.806

13.756

65.951

52.416

13.535

2

Bereikbaar en Verbonden

11.648

9.099

2.549

18.799

16.250

2.549

5.849

3.300

2.549

4.749

2.200

2.549

3

Aantrekkelijk en Concurrerend

1.416

1.409

7

1.278

1.271

7

1.271

1.271

0

427

427

0

4

Bestuur en Samenleving

851

0

851

841

0

841

841

0

841

841

0

841

5

Middelen

562.644

6.055

556.589

555.077

6.055

549.022

557.261

6.055

551.206

557.495

6.055

551.440

Overhead

2.085

0

2.085

2.085

0

2.085

2.085

0

2.085

2.085

0

2.085

Totaal Baten (B)

644.477

63.515

580.962

652.023

80.191

571.832

633.869

63.431

570.437

631.549

61.098

570.451

Totaal saldo van baten en lasten (C = B-/-A)

-46.365

-116.189

69.824

-27.571

-77.361

49.790

-6.588

-39.180

32.592

6.011

-16.188

22.198

Stortingen in reserves (D)

159.945

159.945

0

158.085

158.085

0

158.272

158.272

0

159.305

159.305

0

Onttrekkingen uit reserves (E)

206.310

206.310

0

185.656

185.656

0

164.860

164.860

0

153.295

153.295

0

Geraamde resultaat  (F = C-/-D+E)

0

-69.824

69.824

0

-49.790

49.790

0

-32.592

32.592

0

-22.198

22.198

Totaal structurele lasten en stortingen in reserves

511.138

522.042

537.845

548.253

Totaal structurele baten en bijdrage uit reserves

580.962

571.832

570.437

570.451

Structurele baten -/- structurele lasten

69.824

49.790

32.592

22.198