Paragraaf Grondbeleid
Belang grondbeleid (functies voor de provincie
Provinciale Staten hebben de basisprincipes van het provinciale grondbeleid vastgelegd in de Nota Grondbeleid 2013. Het provinciaal grondbeleid onderkent vier basisprincipes:
- grondbeleid is een middel om provinciale doelen te bereiken;
- grondbeleid is marktconform;
- grondbeleid wordt op een wijze uitgevoerd die de vastgoedmarkt niet verstoort;
- grondbeleid is gericht op het behoud van waarde.
De Nota Grondbeleid wordt, overeenkomstig de financiële verordening om de vier jaar herzien. In 2017 zal derhalve een nieuwe nota aan Provinciale Staten ter besluitvorming worden voorgelegd.
Op een aantal terreinen is de provincie direct verantwoordelijk voor de realisatie van plannen:
- de aanleg van provinciale wegen, vaarwegen, fietspaden en openbaar vervoerverbindingen, ook wel de grijze doelen genoemd en
- de realisatie van Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen ecologische hoofdstructuur) en recreatiegebieden, ook wel de groene doelen genoemd.
- Verkoop van door het Rijk geleverde gronden die buiten de NNN-begrenzing liggen met het oogmerk een deel van de NNN-opgave daaruit te financieren (grond-voor-grond).
Er is een onderscheid in aanpak van het grondbeleid tussen grijze en groene doelen. Voor de realisatie van de grijze doelen dient de provincie over alle gronden te beschikken en voert de provincie een actief grondbeleid: verwerven en in het uiterste geval onteigenen.
Voor de groene doelen is de voorkeursstrategie gericht op het maken van afspraken met binnen de beleidsbegrenzing gevestigde ondernemers (zelfrealisatie). De combinatie van ondernemen en realiseren van natuuropgaven is in een groot deel van de nog te realiseren natuuropgave mogelijk. Waar dat niet kan of waar ondernemers niet kiezen voor zelfrealisatie blijft een actieve aankoopstrategie mogelijk en noodzakelijk. Een bijzonder onderdeel van het provinciaal groene grondbeleid betreft verkoop in het kader van het zogenaamde ‘grond-voor-grond beginsel’: de netto inkomsten uit de verkoop (of ruil) en uit verpachting van voormalig Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL)-bezit buiten de begrenzing van het NNN ,worden ingezet voor de NNN-opgave.
De provincie is verantwoordelijk voor de hoofdlijnen van de ruimtelijke ordening / ontwikkeling, zoals vastgelegd in de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM). Lokale overheden en regionale samenwerkingsverbanden zijn primair verantwoordelijk voor de realisatie, maar de provincie brengt partijen bij elkaar en bespreekt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling en adviseert of denkt mee over de haalbaarheid en risicobeheersing van gebiedsontwikkelingsprojecten. Er worden maatregelen genomen door risico’s te verdelen tussen partners (benoemen van rollen en verantwoordelijkheden) en actief te sturen op de risico’s die de provincie toevallen.
Bij opstelling van de business case wordt een risicomarge aangehouden (bijvoorbeeld Grond-voor-grond). Andere risico’s worden in de risicoparagraaf van de provinciale begroting (Grondbank Zuidplas en OntwikkelingsMaatschappij Nieuw Westland) opgenomen.
De provincie heeft een beperkt aantal deelnemingen in verbonden partijen met risicodragende grondposities of grondexploitaties, te weten de Grondbank Zuidplas en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden (ROM D).
De provincie beschikt, net als andere overheden, over instrumenten, zoals onteigening of toepassing voorkeursrecht om plannen te realiseren. De provincie zal in het kader van de omgevingswet deze instrumenten behouden.