Begroting en verantwoording

Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

3a. Toelichting op de inventarisatie van de weerstandscapaciteit

Onderstaande tabellen bevat de uitkomsten van de inventarisatie van de weerstandscapaciteit (stand begroting 2017).

Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorzien in programma middelen. Zoals hiervoor aangegeven is het structurele saldo niet meegenomen bij de berekening van de structurele weerstandscapaciteit.

Structurele weerstandscapaciteit
(bedragen x € 1 mln)

2017

2018

2019

2020

Gemiddeld

onbenutte belastingcapaciteit *)

69,5

69,7

70,3

69,2

69,7

post onvoorzien

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

Totaal

70

70,2

70,8

69,7

70,2

*) Bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit is uitgegaan van het wettelijk maximumtarief in 2017 zoals opgenomen in de septembercirculaire 2016.

Uit de tabel blijkt een structurele weerstandscapaciteit van gemiddeld circa € 70 mln. Hiertegenover staan circa € 22 mln aan structurele risico's (zie onderdeel 3b). Daarmee komen we op een structureel weerstandsvermogen van ruim "drie" (€ 70 mln delen door € 22 mln). Dat betekent dat tegenover elke euro aan structurele risico's meer dan drie euro aan structurele weerstandscapaciteit beschikbaar is te maken.

Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve en dat deel van de programmareserves waar geen juridische verplichtingen tegen overstaan.

Incidentele weerstandscapaciteit
(bedragen x € 1 mln)

2017

2018

2019

2020

Gemiddeld

algemene reserve

67,5

69,0

67,1

78,3

70.5

programmareserves (juridisch niet-verplicht) *)

340,7

319,5

317,1

314,3

322,9

Totaal

408,2

388,5

384,2

392,6

393,4

*) Bij de berekening van het deel van de programmareserves dat niet juridisch verplicht is wordt van de stand van de beklemming van de reserves per 31 januari 2016 (daaruit blijkt dat circa 77% van de programmareserves juridisch niet verplicht is).

Uit de tabel blijkt dat een incidentele weerstandscapaciteit van bijna € 400 mln. Hiertegenover staan circa € 29 mln aan incidentele risico’s (zie onderdeel 3b). Daarmee komen we op een incidenteel weerstandsvermogen van ruim “13” (€ 393 mln delen door € 29 mln). Dat betekent dat tegenover elke euro aan incidentele risico’s ruim € 13 euro aan weerstandscapaciteit beschikbaar is te maken.